Jan Wolter Wabeke initiator homohuwelijk

Video: 20 jaar homohuwelijk: ‘We moeten er trots op zijn dat dit nu kan’

Jan Wolter Wabeke vocht er dertien jaar voor, maar uiteindelijk heeft de jurist uit Best ervoor gezorgd dat twintig jaar geleden het eerste ‘homohuwelijk’ plaatsvond. Nederland was het eerste land ter wereld waar het burgerlijk huwelijk werd opengesteld voor mensen van hetzelfde geslacht. Op 1 april 2001, klokslag 12 uur, werd er voor het eerst getrouwd. Voor Wabeke een ontroerend moment.

 

 

Bron: Omroep Brabant

 

Amsterdam viert 20 jaar openstelling burgerlijk huwelijk

Trouwen voor iedereen? Niet zonder slag of stoot
Amsterdammers laten zich niet vertellen met wie ze wel of niet kunnen trouwen. Weet u het nog? Op 1 april 2001, pal na middernacht, sloot toenmalig burgemeester Cohen het allereerste burgerlijk huwelijk ‘voor mensen van gelijk geslacht’ ter wereld. Een primeur dus. Dat ging niet zonder slag of stoot.

amsterdam.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/trouwen-iedereen

Interview Jan Wolter Wabeke door Elsbeth Stoker in de Volkskrant

‘Iedereen in dit vak kan de kop van Jut worden en nog sneller dan vroeger, vooral door sociale media’
Hij heeft zijn rode wetboek meegenomen. In de vuistdikke bundel zijn de relevante pagina’s keurig gemarkeerd. Jan Wolter Wabeke – onberispelijk gekapt, blauw geruit pak, rood geruite das – was de grondlegger van het homohuwelijk, was de hoofdofficier van Midden- en West-Brabant, was de financieel ombudsman, en na deze week wás hij ook senior raadsheer bij het Haagse gerechtshof….

Lees het interview in de Volkskrant

Column in Tijdschrift Conflicthantering

Op 14 februari 2017 werd in Madurodam het lustrumjaar van de Nederlandse Mediatorsvereniging feestelijk geopend. Bij die gelegenheid vertelden de leden van de nieuw ingestelde Raad van Advies op verzoek van het bestuur waarom zij zich willen inzetten voor de vereniging. Dit is het antwoord van JanWolter Wabeke, een van de leden van de Raad van Advies.

In de loop der jaren raakte ik steeds meer overtuigd van het nut en belang van goede mediation.
De constante ervaring tijdens al mijn juridische functies (griffier, advocaat, officier van justitie, kantonrechter, hoofdofficier van justitie, financiële ombudsman en thans raadsheer in het gerechtshof Den Haag) was en is voor mij de constatering dat voor de meeste mensen het rechtstelsel onbevredigend functioneert en te vaak onrechtvaardig uitpakt.
Dit geldt naar mijn mening in het civiele en in het strafrecht.

In civiele geschillen worden met name brede middengroepen van de bevolking geconfronteerd met de voor de meeste mensen onbetaalbare kosten die rechtsbijstand van advocaten met zich meebrengt. Dat terwijl het recht in heel veel gevallen te gecompliceerd is voor een leek en terwijl bovendien veel zaken niet in aanmerking komen voor een procedure bij de kantonrechter.
Mensen die minimaal budget hebben kunnen, al dan niet met een bescheiden eigen bijdrage, procederen met een toegevoegde advocaat. Zeer vermogenden en bedrijven kunnen de kosten van rechtsbijstand goed betalen. Deze beide groepen kunnen degenen, die niet rijk zijn en geen pro deo advocaat kunnen krijgen, helemaal ‘plat procederen’ of daarmee dreigen en op die manier de ongelijke strijd winnen, te vaak ten onrechte.

In het strafrecht komt hetzelfde probleem voor. Ook daar zie ik vooral toegang tot rechtshulp voor vermogenden en voor onvermogenden, maar veel minder voor de brede middengroepen. Slachtoffers zijn vaak de dupe van gebrek aan kennis van het recht en het onvermogen om een advocaat in de arm te nemen. Veruit de meeste mensen zijn op dit gebied niet zelfredzaam.
Het openbaar ministerie heeft in het nieuwe beleid weliswaar veel meer aandacht voor de benadeelden en streeft naar zo spoedig mogelijke afdoeningen van de meest voorkomende en als ‘eenvoudig’ aangemerkte zaken. Maar door de snelheid en routine en door te ver doorgevoerde delegatie zie je veelvuldig voor slachtoffers onbegrijpelijke brieven, verkeerde sepot beslissingen en afdoening zonder schaderegeling. In de zaken waar niet zo snel mogelijk kan worden afgedaan zie je enorme vertragingen, schier eindeloze rechtszaken in twee of drie instanties en na jaren een voor benadeelden zeer teleurstellende en niet te bevatten eindresultaat.
De praktijk van de beklagkamer van het gerechtshof, waar een belanghebbende een sepot beslissing kan aanvechten, laat vaak zien dat benadeelden van de gang van zaken niets hebben begrepen, zeer teleurgesteld zijn en achter blijven met trauma en schade. Ook wordt in die praktijk veelvuldig geconstateerd dat bemiddeling misschien wel tot een enigszins bevredigend resultaat had kunnen leiden, maar dat die mogelijkheden er niet waren of dat kansen zijn verstreken.

Mediation in civiele zaken en ook in strafzaken is dus wat mij betreft een essentiële toevoeging aan de bestaande rechtspraktijk. De kwaliteit van mediation is daarbij cruciaal. Het zal mij een genoegen zijn als ik daarop gerichte bijdragen kan leveren aan de vereniging.

Ik stel u echter ook een vraag: wat verwacht u van de vereniging en het bestuur? Ik verwijs daarvoor naar de vragen die de vereniging op haar website naar aanleiding van onze bijeenkomst inmiddels heeft gesteld (http://mediatorsvereniging.nl/vragen-raad-advies-aan-nmv-leden/). Ik nodig u van harte uit die korte enquete in te vullen, zodat het bestuur een beeld krijgt van uw verwachtingen en zo zijn taak goed en eenduidig kan vervullen.

Tijdschrift Conflicthantering
Jaargang 12 – 2017 – Nummer 2

Voormalig Financiële Ombudsman in interview over Woekerpolis en Wabeke-Norm

“Volgens voormalig ombudsman financiële dienstverlening Jan Wolter Wabeke escaleert de affaire rondom de woekerpolissen. Wabeke onderhandelde acht jaar geleden met verzekeraars en consumentenclubs en kwam uiteindelijk met een aanbeveling voor het compenseren van gedupeerden. Volgens hem had daarmee had de affaire moeten worden beëindigd, zo geeft hij woensdag aan in EenVandaag.”

Lees verder op NU.nl

Interview met Max de Valck: Jan Wolter Wabeke: ‘’Hebben we dan ook een negerhuwelijk?’’

Het is alweer 15 jaar geleden sinds het homohuwelijk werd ingevoerd in Nederland. Wij waren voorloper op dit gebied en waren dan ook het eerste land ter wereld waar dit mogelijk was. Door de invoering maakte het niet meer uit in welke samenstelling het huwelijk plaatsvond. Jan Wolter Wabeke (68) is de initiator van dit universeel huwelijk, wat het homohuwelijk wordt genoemd in de volksmond. Afgelopen dinsdag ging ik bij hem langs op het Gerechtshof in Den Haag, waar hij werkt als raadsheer.

lees verder op vandeverkeerdekant.wordpress.com

Jan Wolter Wabeke geeft een Pride Talk tijdens de EuroPride bij de Shakespeare Club.

Pride Talk Shakespeare Club Amsterdam on the occasion of Euro Pride

Universal Marriage

In the year 2000 a revolutionary change was made to the Dutch Civil Code. The Dutch Parliament decided that same-sex partners could lawfully enter into a civil marriage.
Since April 2001 the formal civil marriage has been open, exactly the same way, to individuals of the same or different sex.

I am talking about civil wedding, not a wedding in the church.
Civil marriage is a decision of two individuals to have their mutual and enduring care formally arranged.
Civil marriage is a contract, binding both parties, but also others.
It includes a complete package of lawful rights and duties, both with regard to one another and to third parties, such as the family, pension funds, landlords, employers and tax authorities.

The Dutch legislator explicitly decided in 2000 to open up this civil marriage to same sex couples and not to opt for a separate form of marriage for individuals of the same sex.
As a result, there is no so-called ‘gay marriage’ in the Netherlands, only a universal civil marriage, a fully equal civil right within the Law, universally registered in Town Hall.

The idea to get the same relationship-rights for all couples and to change the Civil Code to that effect, did not originate from parliament or a political movement. Neither did the blueprint for opening up civil marriages come from government.
Activists and campaigners developed the idea, the concept and the realization.

Why did we go for this?

First I must admit, it started as a personal matter.
I initiated the process in 1987, looking for better rights and security for my own man, with whom I live since early 1977. My coming out was already in 1978 and our relationship was more or less accepted, also in my function as an attorney.
But in areas such as the law of succession, rent law, adoption law, pension law as well as social benefits, lasting relationships between same-sex individuals were barely recognized or respected.

This situation was socially problematic and in a sense it was also illogical.
By that time the limitation of social benefits and the possible fiscal consequences for two individuals living together were identical, both for woman and man and for same sex partners.
Cohabitation without being married was increasingly socially acceptable, but for these couples there was only the possibility of a partnership contract.
I paid from my salary the same pension contribution like my married colleagues, but my partner was not entitled to any pension rights.
Discussion about equal rights for same sex couples was going on for a number of years but no proposals were being made to make radical changes in relationship rights in the Civil Law.

In 1988 I wrote a concept for a civil marriage of same-sex individuals.
The idea was to make some changes and adjustments in the existing Family Law, while at the same time maintaining the essential elements of civil marriage and its lawful consequences.
I concluded that this was perfectly possible within the framework of civil law and such changes would barely disturb the social order in both the legal and economic sense.
But In my opinion these changes would crucially change the formalization of relationship rights in a way that would do justice to the social reality and bring equal right in an essential domain.

I also mapped out a step-by-step, long-range plan with corresponding campaigns to realize this idea.
Early summer 1988 I presented the concepts to Henk Krol, editor in chief of the magazine Gaykrant. Henk was a former official for the liberal-conservative party VVD and had a network in both the press and politics.

We decided to form a coalition, me as conceiver, concept designer and legal advisor, Krol as campaign leader. Two same-sex couples (male and female) volunteered to act as prospective marital couples, going through the many phases and steps in the long campaign. University professor Kees Waaldijk and family lawyer Loes Gijbels joined us to form a think-tank and working group directing the events in the coming years. We started in September 1988.
First our couples stepped into legal proceedings.

Many steps, legal cases, actions, media appearances and political debates later, with the help of a strong lobby and growing political support – amongst others from top politicians like Boris Dittrich, Lib-Dem, now working for Human Rights Watch and Anne-Lize van der Stoel, Conservative Liberals, finally a law was adopted in 1977 that made a formally registered partnership in the Registry Office for all couples possible. This so called Registered Partnership offered same-sex partners largely the same regulation and relationship rights as civil marriages.

However, socially and politically this Registered Partnership was seen as a ‘gay marriage’, which was not at all what I had in mind. I wanted a full equality and integration, not only acceptation and similarity. From the day the Registered Partnership was adopted, further campaigns and actions were undertaken to stimulate Parliament to take one last step: fully opening up civil marriage (as we originally intended) and creating a universal marriage for all couples.
Then developments went fast.

Thanks to the support and political involvement of Member of Parliament Boris Dittrich of the Lib Dem party and in 2000 new bills were approved in both Houses, brought by State Secretary of Justice Job Cohen (Socialist Party), later our mayor here in Amsterdam.
From April 1st 2001 article 30 of the Dutch Civil Code now reads:
‘Marriage can be entered into by two individuals of the same and different sex’.

On that day, the idea – thought up in 1988 and after 13 years of campaigns lawsuits, lobby etc- brought about a revolutionary change in our matrimonial law. Since then I introduce my partner as my husband.
The revolutionary example was followed in other countries: in Belgium in 2003 and since then also in other European countries and elsewhere in the world. Today, same-sex couples can get married in many countries worldwide.

Jan Wolter Wabeke