Tagarchief: wabeke-norm

Voormalig Financiële Ombudsman in interview over Woekerpolis en Wabeke-Norm

“Volgens voormalig ombudsman financiële dienstverlening Jan Wolter Wabeke escaleert de affaire rondom de woekerpolissen. Wabeke onderhandelde acht jaar geleden met verzekeraars en consumentenclubs en kwam uiteindelijk met een aanbeveling voor het compenseren van gedupeerden. Volgens hem had daarmee had de affaire moeten worden beëindigd, zo geeft hij woensdag aan in EenVandaag.”

Lees verder op NU.nl

EenVandaag: Interview Jan Wolter Wabeke

De strijd tussen verzekeraars en consumentenorganisaties in de woekerpolisaffaire “escaleert”. Verzekeraars en claimstichtingen verharden in hun toon en standpunten, waardoor een einde van de affaire waarschijnlijk nog jaren op zich laat wachten. Dat zegt voormalig Ombudsman financiële dienstverlening Jan Wolter Wabeke in EenVandaag.

Zie het hele interview op EenVandaag.nl

Vijf vragen over de woekerpolisaffaire

Al jaren sleept de woekerpolisaffaire in Nederland zich voort. Met de komst van allerlei nieuwe massarechtszaken en claimorganisaties lijkt het alleen maar erger te worden.

Eigenlijk wel. Al in 2008 werd onder leiding van de toenmalige financiële ombudsman Jan Wolter Wabeke een nationale compensatienorm vastgesteld. Daar waren alle verzekeraars en belangrijke consumentenorganisaties bij betrokken. Aan de hand van de zogeheten Wabekenorm stelden partijen vast dat verzekeraars maximaal 2,5 tot 4 procent van de premie van de verzekering hadden mogen inhouden voor kosten. Verzekeraars beloofden op basis van die regelingen ongeveer 3 miljard euro terug te geven aan hun klanten, bij wijze van compensatie voor de zeven miljoen polissen die ze sinds begin jaren negentig hebben afgesloten.

Lees verder op Volkskrant.nl

Volkskrant: Geen duidelijke winnaar in EU-zaak over woekerpolis

Het Europese Hof van Justitie heeft een soort salomonsoordeel geveld in een woekerpoliszaak waar al maanden in Nederland naar werd uitgekeken. Zowel verzekeraars als de claimorganisaties eisen nu een overwinning op, omdat de rechter nog onduidelijkheid laat bestaan.

Alle betrokkenen keken al maanden uit naar de uitspraak, omdat die voor eens en altijd licht had moeten schijnen op de afwikkeling van de Nederlandse woekerpolisaffaire. Een in eerste instantie individuele procedure tussen een polishouder en de verzekeraar, werd door alle partijen als een proefproces gezien voor de hele verzekeringssector. Of de verzekeraars zouden voor eens en voor altijd van zijn van de claims af die hen al jaren achtervolgen, of de consumenten zou het ultieme rechtsmiddel krijgen om massaclaims in te dienen. Het Hof wijst echter geen duidelijke winnaar aan.

In de woekerpoliszaken draait het tot nu toe steeds om de vraag of verzekeraars al of niet onterecht kosten hebben ingehouden en daar vooraf duidelijk over waren op het polisblad. Verzekeraars zeggen dan dat ze zich altijd netjes aan de minimale voorschriften in de toen geldende wet en de Europese richtlijn hebben gehouden. Woekerpolisadvocaten beroepen zich op zachtere regels, zoals de juridische bepaling als redelijkheid en billijkheid. Verzekeraars hadden volgens hen een extra zorgplicht toen ze de polissen afsloten en hadden beter op de polisbladen moeten vermelden waar de consumenten aan toe waren. Als dat duidelijk was, hadden ze de verzekering nooit afgesloten.

Zelf bepalen

Het Hof zegt nu dat de Nederlandse rechters zelf mogen bepalen of ze de zachte, voor de consumenten gunstige regels hanteren, maar mogen daarin ook weer niet te ver gaan. Ze moeten er ook rekening mee houden dat verzekeraars niet helderziend zijn en van te voren precies kunnen weten hoe ze over welke kosten hadden moeten communiceren.

‘Per woekerpoliszaak moeten rechters dat vaststellen. De uitspraak verplicht ze tot niets’, zegt Danny Bussch, hoogleraar financieel recht aan de Radboud Universiteit. ‘Het is niet zo dat je met deze uitspraak bij de politiek of verzekeraars opeens een nationale collectieve compensatie kunt afdwingen.’ Het Europese oordeel werd afgedwongen door Nationale-Nederlanden in een op zich kleine zaak waarin de Rotterdamse rechtbank in 2012 in een tussenvonnis een verzekerde al in het gelijk stelde. De verzekeraar sloot in totaal ongeveer 500 miljoen van dit soort polissen af en voert momenteel juridische strijd met meerdere collectieve claimorganisaties. Via de Europese rechtsgang wilde Nationale-Nederlanden voor eens en voor altijd af dwingen dat de Nederlandse rechters zich aan de minimumeisen in de Europese richtlijn moeten houden.

Vorig jaar werd de zaak opeens veel groter omdat de belangrijkste adviseur van het Hof van Justitie, Eleanor Sharpston, in haar advies aan de rechters opeens oordeelde dat bij goed lezen van de Europese richtlijn de zachte regels er al in staan. Volgens Sharpston hadden verzekeraars ten alle tijden duidelijk moeten zijn over de kosten. Het Hof heeft dit advies niet op die manier overgenomen.

Bron: Volkskrant

Jan Wolter Wabeke 2014

Wabeke: ‘Geen norm gesteld, maar een aanbeveling gegeven’

De Wabeke-norm was volgens Jan Wolter Wabeke nooit bedoeld als een norm, maar slechts een aanbeveling. Dat zijn aanbeveling uiteindelijk werd uitonderhandeld tot een norm, ging volledig buiten Wabeke om. Dat zegt de voormalig ombudsman van KiFiD in een gesprek dat hij twee jaar geleden had met René Graafsma, eigenaar van Claimexperts. Graafsma heeft het gesprek vandaag naar buiten gebracht.

Wabeke stelt in het gesprek met Graafsma duidelijk dat hij er niet tevreden mee was dat zijn aanbeveling tot een norm werd uitgebouwd: “Wat minder prettig was dat men bleef roepen dat die ombudsman er maar niks van begrepen had en dat hij een norm had gesteld. Allebei was niet waar. Ik had het naar mijn smaak dondersgoed begrepen. Het week ook helemaal niet zo ontzettend veel af van die percentages van wat uiteindelijk in die overeenkomst met die stichtingen is vastgelegd. En ik had bovendien geen norm gesteld, maar een aanbeveling gegeven. Alles is uiteindelijk wel een aanbeveling. Ja, zo van: probeer het zo eens. En dus van enige norm was geen sprake. Dus vond ik het een beetje een vervelende spin om daar een soort Wabeke-norm daarvan te gaan maken, waardoor het een soort status kreeg die het helemaal niet verdiende.”

Redelijk

Volgens Wabeke kan de aan zijn naam verbonden norm niet als een norm beschouwd worden: “Want bij een norm, dan stel je vast dat dat het enige redelijke is. En dat valt toch helemaal te bezien. Omdat er heel veel zaken niet onder zo’n aanbeveling te brengen zijn. Er zijn heel veel zaken waarin de klant luid en duidelijk begrepen heeft met wat voor kosten hij te maken had en met wat voor beleggingsrisico’s. En die mensen hadden eigenlijk helemaal geen recht op enige vergoeding. En er was natuurlijk ook de tussenpersoon niets te verwijten. En die waren echt bij duizenden, dat soort zaken. Maar ze konden toch gebruik maken van die regeling.”

Wabeke vervolgt: “En er waren andere zaken waar de consument klip en klaar besodemieterd was. Iets anders aangeleverd had gekregen dan die had besteld. Zaken waarin je kon bewijzen dat op de aanvraagformulieren iets anders was aangekruist, dan ze hebben gekregen. Toen had je nog geen dienstverleningsdocumenten, maar er waren soms wel zaken vastgelegd in documenten. En die mensen waren gewoon misleid. Die hebben dan recht op veel meer dan in de aanbeveling staat. Namelijk: terugdraaien van de hele overeenkomst. Want het is misleiding en zo staat het in het burgerlijk recht. Met andere woorden: Zowel links als rechts van die aanbeveling was er nog genoeg maatwerk te leveren.”

Voorbeeldzaken

Wabeke beschrijft ook hoe zijn aanbeveling tot stand kwam. Hij vertelt dat er geen eenduidige voorbeeldzaken kwamen. “Maar een, laten we zeggen, representatieve zaak waar iedereen het over eens is dat dit voorbeeld typisch is voor het probleem, die heb ik niet. Ik kan er zelf een bedenken. Maar dan heb ik hem zelf bedacht. En toen heb ik gewoon uit de stapels van verschillende aanbieders een aantal zaken geplukt waarvan ik dacht: die lijkt mij het meest representatief voor het probleem. Dan ga ik in die zaak gewoon aan het werk. Dat leidde er toe dat ik op een gegeven moment, om een lang verhaal kort te maken, tot een soort concept kwam van een soort aanbeveling.”

Maar bij het vervolgproces, waarin de ‘soort aanbeveling’ van Wabeke door claimpartijen en Delta Lloyd werd uitgewerkt tot een norm, was de toenmalig ombudsman zelf niet aanwezig. “En toen heb ik nog twee nachten in het hotel in Amsterdam gezeten vlakbij de locatie waar ze zaten te vergaderen om op afroep beschikbaar te zijn om in te springen. En af en toe via de telefoon op bepaalde dingen wat commentaren te geven. Maar de stichtingen hadden op dat moment geen behoefte aan andere mensen erbij.” René Graafsma: “Dus jij was wel in de buurt, maar je was niet nodig?” Wabeke: “Nee, ik was niet in die zaal waar dat toen gebeurde, in het kantoor van een van de partijen.”

Wabeke laat desgevraagd weten dat hij geen behoefte heeft om op het artikel in te gaan. Hij geeft aan dat het interview met Graafsma niet geautoriseerd is, maar dat hij geen noodzaak ziet om zich van de inhoud te distantiëren.

Bron: amweb.nl

Volkskrant: Wabeke kritisch op verzekeraars

AMSTERDAM (ANP) – Verzekeraars moeten binnen vier weken laten weten welke zogenoemde woekerpolissen ze gaan aanpassen. Ook moeten gedupeerden geïnformeerd worden over hoeveel geld ze terugkrijgen.

Dat heeft de Ombudsman Financiële Dienstverlening, Jan Wolter Wabeke, verzekeraars in een brief laten weten.

Wabeke kwam afgelopen maart met aanbevelingen rondom de woekerpolissen. Volgens hem mogen verzekeraars op een polis maximaal 2,5 procentpunt, en in sommige gevallen 3,5 procentpunt, inhouden aan kosten op het rendement.

Volgens Wabeke gaven veel verzekeraars destijds aan zijn aanbevelingen te zullen opvolgen. Maar hij constateert nu dat verzekeraars niet zijn gekomen met informatie over hun polissen. De situatie dat consumenten niet kunnen zien wat verzekeraars van plan zijn, vindt Wabeke ,,onwenselijk”.

Bron: volkskrant.nl